Midden Oosten voelt stress door lage olieprijzen
Het is verbazend te noemen dat de afgelopen jaren OPEC de olieproductie en olieprijs in het Midden Oosten en andere golfstaten in evenwicht hield en de olie wereldwijd verkocht met grote controle over de olieprijs. De afgelopen jaren is de Amerikaanse olieproductie tot een recordhoogte geklommen, wat de Verenigde Staten nu een netto olie exporteur maakt in plaats van een grote olie importeur. Ook begint de Verenigde Staten langzaam een van de grootste olieleveranciers ter wereld te worden. Mede door Amerikaanse technologische ontwikkelingen wordt het raffinage process steeds goedkoper en levert het meer bruikbare olie op dan voorheen. Ruwe olie begon deze week op 81.30 na vorige week op het laagste punt van heel 2014 gestaan te hebben. Ook brent olie wat normaal tegenover ongeveer $100 per barrel verhandeld wordt, gaat voor een schamele 86.23 over de toonbank, de inkomsten van landen, regio’s en economieën die op olie draaien vernietigend. De lage olieprijs is juist enkel en alleen voor de Verenigde Staten een enorme boost voor de economie. Benzineprijzen aan de pomp blijven voortdurend dalen en helpen zo de normale burger het vertrouwen in olie te herstellen en natuurlijk meer te consumeren. Ook Japan, sterk afhankelijk van de import van haar energiebronnen sinds de tsunami haar grootste kernreactors vernietigd heeft, profiteert van de lage prijzen.
Olieprijzen dalen al een kwartaal sinds in juni bekend werd dat er een te grote olievoorraad is en te weinig vraag naar olie op de wereldmarkt. Sommige exporterende landen hebben de olieproductie dan ook flink terug gedraaid. Hoewel het stoppen van de productie enigszins helpt de prijsdaling te voorkomen, geeft het de Golf Staten ook risico marktaandeel te verliezen. Gelukkig hebben de zes naties van de Gulf Cooperation Council (GCC) samen meer dan 40% van de totale olieproductie wereldwijd in handen en meer dan 25% van de aardgas productie, arm zijn ze zeker niet.
Golfstaten die grotendeels van olie en haar productie afhankelijk zijn zullen grote tekortkomingen voor de kiezen krijgen als deze daling van de olieprijs doorgaat,
waarschuwde Christine Lagarde, hoogste functionaris van het International Monetary Fund zaterdag. Een langdurige daling van $25 per barrel zal de inkomsten van de meeste Golf Staten met zo een 8% van het totale Nationaal Bruto Product raken, de meeste landen zullen in een fiscaal moeilijke positie terechtkomen, aldus Lagarde.
Het gezamenlijk Nationaal Bruto Product van de Gulf Cooperation Council of GGC heeft vorig jaar $1.64 triljoen bereikt, dus met huidige voorspelling in het achterhoofd zullen de de zes staten zo een $130 miljard mislopen. De totale inkomsten van de GGC staten komen voor 90% uit olie en is zijn meer dan verdubbeld van $317 miljard in 2008 naar $756 miljard in 2012. Arabische olie exporteurs staan voor een niet te ontwijken dilemma en zullen zich moeten aanpassen. De Kuweitse minister van financiën Anas Al Saleh zei op zaterdag op een meeting van ministers van financiën van diverse golfstaten, beleidsmakers van centrale banken en het Internationaal Monetair Fonds in Kuweit:
we moeten enorme economische hervormingen doorvoeren, alsmede onevenwichtigheden in publieke financiering aanpassen.
Andere interessante artikelen voor u:
